Voogdij
Ouders hebben het gezag over hun minderjarige kinderen. Als één van de ouders overlijdt, bepaalt de wet dat de langstlevende ouder het gezag houdt. Als beide ouders overleden zijn, en er zijn nog minderjarige kinderen, dan bepaalt de wet dat er een voogd moet worden aangewezen.
Als de ouders niets hadden vastgelegd bij het gezagsregister van de rechtbank of in een testament, dan zal de Kantonrechter voor de benoeming van een voogd in overleg treden met de Raad van de Kinderbescherming, de familie en de kinderen die ouder zijn dan twaalf jaar. De Kantonrechter bepaalt vervolgens wie voogd wordt.
De ouders kunnen dat echter voor zijn. Zij kunnen in het testament vastleggen, wie tot voogd moet worden benoemd als de langstlevende van hen overlijdt. De Kantonrechter zal dan in beginsel die aanwijzing volgen.
Let wel dat de voogdijbenoeming in het testament van de langstlevende ouder doorslaggevend is. Wanneer een van de ouders overlijdt, behoudt de langstlevende ouder het gezag en dat kan niet door een voogdijbenoeming worden ontnomen. Heeft de langstlevende ouder een andere voogdbenoeming vastgelegd, dan geldt dat wat de langstlevende ouder heeft geregeld. Heeft de langstlevende ouder geen voogdijbenoeming vastgelegd, dan geldt de procedure waarbij de Kantonrechter in overleg met de Raad van de Kinderbescherming, de familie en de kinderen bepaalt wie voogd wordt.
Een voogdijbenoeming kan ook altijd worden gewijzigd. Ook wanneer een van de ouders overleden is, kan de langstlevende de voogdijbenoeming aanpassen. Het ouderlijk gezag en de voogdij duren totdat een kind meerderjarig is (18 jaar).
Uiteraard is Stotijn notariaat & mediation u hierbij graag van dienst. Voor een nadere bespreking of advies bent u van harte welkom op ons kantoor in de Wijk. Uiteraard kunt u ook telefonisch of per e-mail contact met ons opnemen.